Algemene beschouwingen DorpsVISIE 2019
Uitgesproken door: Jelle de Jong, fractievoorzitter
Raadsvergadering 4 juli 2019
Voorzitter,
Het gaat in de basis goed met Son en Breugel.
Over het algemeen hebben we het goed in ons dorp en ook financieel hebben we geen urgente problemen.
Toch blijkt uit de cijfers dat, hoewel we best tegen een stootje kunnen, er voor structureel nieuw beleid met bijbehorende kosten weinig ruimte meer is in de begroting.
Daarop kom ik aan het eind van mijn inbreng nog terug.
Laten we eerst een kijken naar ons dorp. Veel gaat goed.
Ons sociaal domein, inclusief de Jeugdzorg is goed op orde en we krijgen daar steeds beter grip op. De cijfers laten dat zien.
Dat neemt niet weg, dat we blij zijn, dat hier toch continue aandacht voor blijft. We zijn blij met het ingezette Jeugdbeleid, dat integraal kijkt naar hoe we onze jongeren in ons dorp actief en betrokken houden.
Een mooi voorbeeld in dat kader is ook het nieuwe subsidiebeleidsplan.
Een voorbeeld van hoe samenwerking tussen gemeente en betrokken verenigingen een goed, helder en voor iedereen acceptabel beleid voort heeft gebracht.
Ons verenigingsleven is een kernkwaliteit van ons dorp en een belangrijke schakel in het gevoel van welzijn en zorg voor en met elkaar.
Bovendien een eerste signaalfunctie als uitgebreidere hulp nodig is.
Zo werkt dat ook door in onze Eenzaamheidsbestrijding.
Bij deze wil ik meteen gebruik maken van de gelegenheid om de organisatie van de wekelijkse senioren koffieochtenden, automaatje, het Hoi Huis en de particuliere initiatieven te complimenteren.
Alle vrijwilligers die bijdragen aan verenigingen en andere initiatieven maken ons dorp tot een prettige, leefbare gemeenschap voor jong en oud.
Voorzitter, het sociaal domein staat aardig op de rit, maar achterover leunen is een luxe die we ons niet kunnen veroorloven.
We willen niet alleen de nodige organisaties en vrijwilligers ondersteunen.
Ook de fysieke faciliteiten blijven noodzakelijk.
Wat DorpsVISIE betreft kijken we daarbij ook over de grenzen van ons eigen dorp.
Voor de toekomst is een belangrijke vraag hoe we kostbare faciliteiten, zoals bijvoorbeeld toegang tot een zwembad, met buurgemeenten kunnen oppakken.
Voorzitter,
Dan even aandacht voor onze bredere ruimtelijke inrichting.
Wat betreft DorpsVISIE mag er meer ruimte voor groen.
Meer groen in onze centra, dat door betere aanleg en goed onderhoud meer toegankelijk is en ons dorp echt een fraaier aanzicht en veel meer uitstraling geeft.
Daarnaast nodigt het uit tot een zorgzaam gebruik.
Wat betreft groen en de inrichting van het Centrum van Son zetten wij er op in dat we daar zeker voor groen gaan.
Laten we de herinrichting van het centrum aangrijpen om ook deze verblijfs- en recreatieruime aantrekkelijker te maken.
Een plek waar onze inwoners elkaar kunnen ontmoeten, bewegen en ontspannen.
Wat ons betreft zou daarvoor prima het plaveisel rondom de oude kerktoren vervangen mogen bijvoorbeeld door het Vroonhovenpark wat door te trekken.
Wellicht een speeltuintje voor de kleinsten waar ouders en opa’s en oma’s elkaar treffen.
Tegelijkertijd is dit meteen een mooie aanzet om een stukje van de klimaatverandering op te vangen.
Immers door grijze bestrating te vervangen door groene, waterdoorlatende aankleding slaan we twee vliegen in één klap.
Het Vroonhovenpark zelf verdient wat ons betreft ook meer aandacht.
Het ligt er nu een beetje verwaarloosd bij, en dit is niet de eerste keer dat we dit met elkaar vaststellen.
Een verfraaiing met mooier groen maakt het ook aantrekkelijker.
Toegang tot eenvoudige horeca zou ook kunnen helpen.
Zo iets nodigt ook uit om het Dommelbalkon vaker te gebruiken.
En dan het hele centrum van Son.
Wat DorpsVISIE betreft gaan we komend jaar werk maken van het verfraaien van ons centrum.
Met groen, met het aansporen van eigenaren om het aanzicht van gevels te verbeteren, het behoud van karakteristieke gebouwen, zoals het Vestzaktheater, en na te denken over het terugdringen van het vele doorgaande verkeer door het dorp.
Voorzitter, ik probeer maar aan te geven, dat voor DorpsVISIE het centrum van Son over meer gaat dan een Dorpshuis en een kerk.
Een levendig, aantrekkelijk centrum met een dorpse uitstraling, klimaatbestendig en niet overladen door verkeer en blik, zal voor ons zeker onderdeel zijn van de bredere discussie in de komende tijd.
Naast het centrum van Son wordt het ook hoog tijd, dat we aan de slag gaan in Breugel. De boerderij, de sporthal en de scholen hoeven wat ons betreft niet te blijven wachten tot de plannen voor het hele gebied klaar zijn.
Wat die laatste betreft kijken wij met interesse naar de recente ontwikkelingen. Alle betrokkenen willen weten waar ze aan toe zijn.
Worden beide scholen op 1 locatie samengebracht?
Zo ja , welke locatie gaat dat worden?
In het coalitieakkoord hebben ook wij de voorkeur uitgesproken voor locatie van De Krommen Hoek. Echter, wij realiseren ons terdege dat hier wel een heel goed onderzoek gedaan moet worden naar de verkeersafwikkeling.
Want wanneer er sprake is van een toename van het aantal leerlingen is er dus ook sprake van meer verkeersbewegingen.
Wat is de meest veilige optie voor deze leerlingen?
Hoe staan de omwonenden ten opzichte van deze plannen?
Hoe verhoudt zich een uiteindelijk besluit ten opzichte van de verdere plannen en de daaraan gerelateerde kosten en opbrengsten binnen het gehele plan?
We kijken er naar uit om later dit jaar daar knopen over door te hakken en deze in de komende jaren ook te gaan realiseren.
Immers dat wordt hoog tijd.
Voorzitter,
Kortom een hoop gaat goed en laten we dat ook zo houden.
Alle spannende verhalen van de afgelopen weken ten spijt, Son en Breugel heeft geen acuut financieel probleem, heeft geen tekort en loopt beleidsmatig nergens ernstig achter.
De Kadernota is wat ons betreft een goede vertaling van het coalitieakkoord en daaropvolgende collegeprogramma.
Wij hebben dan ook niet veel extra wensen.
De meest urgente, zoals het versneld aanpakken van stoepen en fietspaden hebben we vorig jaar al afgesproken.
Zoals gezegd is er echter weinig ruimte voor nieuwe initiatieven.
Althans voor zover deze een structureel karakter over meerdere jaren hebben en betaald moeten worden uit onze jaarlijkse opbrengsten.
Eenmalige initiatieven, tijdelijke projecten en dergelijke zijn een ander verhaal. Daarvoor is onze buffer groot genoeg.
Zoals ik ook aangaf in de commissie AZ zijn we blij met de presentatie rond de Lange Termijn Financiële Planning.
Daarin zien we, in een behapbaar document, aan de hand van de kengetallen duidelijk hetzelfde beeld.
Onze reserves zijn goed, ons weerstandvermogen (capaciteit om risico’s op te kunnen vangen) is goed, en onze solvabiliteit (kunnen we onze financiële verplichtingen nakomen) is dat ook.
Wel zien we, dat de inkomsten op de jaarlijkse begroting terug gaan lopen in de komende jaren en dat de structurele baten net de structurele lasten dekken.
En daar zit wel een knelpunt.
Het is goed als het college de kosten nog eens kritisch bekijkt, maar laten we niet vergeten, dat Son en Breugel dat de afgelopen jaren al stevig gedaan heeft. Dat is mede de reden, dat we er vandaag de dag goed voorstaan.
Nog meer schaven zal niet veel uithalen.
Het schrappen van grotere projecten bespaart wellicht op onze reservepositie, maar zet geen zoden aan de dijk als het over onze structurele inkomsten en uitgaven op de jaarlijkse exploitatie gaat.
We moeten bovendien aan de slag met nog een aantal grote uitdagingen.
• Klimaatneutraal worden
• De hele energietransitie
• Zuiniger met ons drinkwater omgaan.
Die investeringen betalen we grotendeels uit onze reserves, maar ongetwijfeld vragen zij ook capaciteit van onze organisatie en niet alleen op project- of incidentele basis.
Deze drukt wel op onze exploitatie.
Het stevig de hand op de knip houden en schaven in de kosten heeft ook een keerzijde. Onze organisatie staat onder druk.
Recent bleek dat uit de nota ‘De basis op orde’. Een ‘foto’ van de organisatie met daarin een concreet aantal knelpunten.
De eerste reflex zou kunnen zijn die allemaal maar aan te pakken en daar wellicht 400k€ of meer structureel voor te reserveren op de begroting.
Dat zou een stevige bezuiniging vragen.
DorpsVISIE is het echter met het college eens, dat de oplossingen wel in lijn moeten zijn met die andere organisatieverandering ‘De organisatie die wij willen zijn’.
Hier worden nadrukkelijk van onder af niet alleen knelpunten aangepakt, maar wordt juist door ambtenaren zelf ook een andere werkwijze uitgewerkt.
Deze moet leiden tot een moderne gemeentelijke organisatie, die past bij de eisen van participatie en co-creatie die de samenleving heden ten dage stelt.
Vanuit sommige afdelingen komen daar al heel positieve geluiden over.
Laten we dat proces een kans geven.
Wij geven het college wel mee, dat urgente knelpunten uiteraard dienen te worden opgelost.
Vraag is of dat nu direct structureel of nog incidenteel kan, tot het hele plaatje van de nieuwe organisatie klaar is.
Eén knelpunt mag wat ons betreft op korte termijn aangepakt worden.
Dit betreft de ondersteuning van onze raad zelf.
Een parttime griffier is onvoldoende om de nieuwe werkwijze die ook van ons als raad wordt gevraagd op goede wijze te ondersteunen.
Het organiseren van burgerparticipatie, vergaderen op locatie, de nieuwe commissies, de invoering van de omgevingswet etc. etc.
Het vraagt organisatie tijd, een betere communicatie en inhoudelijke ondersteuning van raadsleden.
Wij pleitten er voor om al komend jaar deze functie uit te breiden naar een fulltime positie en daar een beperkte communicatie functie aan toe te voegen.
Voorzitter ik kom tot een afronding.
De komende jaren lopen de inkomsten terug.
Met name die uit onze grondexploitaties.
De meeste grote bouwprojecten ronden we deze periode af.
Wij roepen het college op om actief op zoek te gaan naar een verbetering van onze structurele inkomsten.
Zijn eventueel nieuwe gronden in ontwikkeling te nemen, naast de ‘relatief kleine percelen’ binnen de bebouwde kom?
Ook een verhoging van de OZB is wat ons betreft daarbij mogelijk om structurele lasten te kunnen dragen.
Want voorzitter, die structurele lasten hebben wij in dit dorp niet zomaar.
In die structurele lasten zitten ook al die zaken die zo goed gaan in het sociaal domein (zorg en welzijn), in onze jeugdzorg, in ons verenigingsleven en ga zo maar door.
Daarin snijden betekent dat inwoners inleveren.
Tegelijker tijd zien we dat tegenover ons hoge voorzieningenniveau onze OZB relatief laag is, landelijk en in de regio.
Bovendien de OZB laat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Natuurlijk niet zomaar. Maar binnen verantwoorde kaders en met zekere terughoudendheid is een verhoging zeker bespreekbaar voor onze fractie.
Daarmee bouwt DorpsVISIE ook de komende jaren graag verder aan een mooie en sociaal Son en Breugel.
En oh ja, zeker zelfstandig natuurlijk, maar dat had u wellicht al begrepen.
Jelle de Jong
Fractie DorpsVISIE Son en Breugel
4 juli 2019
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!